Perceelskeuze

Cichorei wordt bij voorkeur geteeld op lichtere gronden. Op kleigronden tot circa 35% afslibbaarheid en zandgronden is de teelt mogelijk.

Het opkomstrisico is op zware gronden groter. Zeker in een droge periode kan dit leiden tot een dunne, onregelmatige stand, waardoor de wortelopbrengst achterblijft.

Korstvorming voor opkomst kan funest zijn.

Cichorei, en ook het "familielid": witlof, mogen niet vaker dan eenmaal per 4 à 5 jaar op hetzelfde perceel worden geteeld.

Er worden geen bijzondere eisen aan het voorgewas gesteld.

Bij de keuze van het nagewas dient men zich te realiseren dat de eventuele cichoreiopslag eenvoudig bestreden kan worden.