Ziekten en plagen

Tot nu toe komen ziekten en plagen in cichorei zeer beperkt voor.

Ritnaalden kunnen voor plantwegval zorgen. Ritnaalden hebben een levenscyclus van 5 jaar. Probeer ze daarom in andere gewassen te bestrijden. In cichorei is niets toegelaten.

Om te voorkomen dat muizen het reeds gezaaide en nog niet ontkiemde zaad aanvreten kunt u enkele dagen tot een week voor het zaaien alternatief voer (verhitte gerst, graan of zonnepitten) neer te leggen langs de rand van het perceel. Zo leren de muizen de voerplaatsen te vinden. Plaats het voer langs de randen van het perceel, onder bijvoorbeeld een dakpan of onder/in een pvc-pijp. Controleer deze plaatsen regelmatig op voldoende voer, want als het op is, zullen de muizen alsnog op zoek gaan naar het cichoreizaad.

In het vroege voorjaar kan cichorei worden aangetast door trips en/of aardvlooien. Er zijn geen middelen toegelaten om trips en/of aardvlooien te bestrijden.

Ook vogels (met name duiven) kunnen schade veroorzaken in cichorei. Jonge plantjes kunnen vrijwel volledig worden afgevreten. Het groeipunt van de planten blijft meestal onaangetast, zodat de afgevreten planten wel weer opnieuw uitlopen. Een flinke groeiachterstand is het gevolg. 

In bepaalde jaren kan een zware luizendruk zuigschade veroorzaken. Een tijdige bespuiting kan opbrengstderving voorkomen. 

Ten aanzien van de vruchtwisseling dient rekening te worden gehouden met de schimmelaantastingen Rhizoctonia (droge rot) en Sclerotinia (rattenkeutelziekte, natte rot). Deze kunnen ook in cichorei schade aanrichten waardoor ondermeer de bewaarbaarheid na oogst sterk wordt beïnvloed.